In 1956 gaat Annie in Hengelo naar een lezing van de Paters Verschuuren en Kees Meuwese en ze raakt enorm geboeid door deze ‘rimboe’ paters uit Nieuw Guinea.
Op 4 september 1948 ontdekte zij tijdens een patrouille een nieuwe rivier, die op 6 september 1948, de dag van de inhuldiging van koningin Juliana, door de Nederlandse regering werd erkend en voortaan Koningin Julianarivier werd genoemd. Trots vertelde ze dat dit hun ook nog een ontvangst bij de toenmalige koningin Juliana had opgeleverd.
Toen deze paters ook nog aangaven dat ze zaten te springen om onderwijspersoneel, was voor Annie eigenlijk de beslissing al genomen. Binnen zes maanden zat ze op het vliegtuig samen met Pater Meuwese naar Nieuw Guinea.
De beslissing om naar Nieuw Guinea te gaan leverde natuurlijk de nodige consternatie en organisatie op. Annie vertelde dat ze volledig werd gesteund in haar beslissing door haar ouders, familie, kennissen, en haar colleges in Hengelo.
Haar achternichtje en vriendin Marijke van de Werf weet nog te vertellen dat het iets geweldigs was toen Annie indertijd naar Nieuw Guinea ging: “een mengsel van bewondering; jalousie maar ook afkeuring in de familie, want je moet natuurlijk ook weer niet het noodlot tarten door naar koppensnellers te gaan”.
Zo had ze voor haar vertrek een grote hoeveelheid speelgoed en goederen verzameld die ze mee zou nemen naar de missie in Nieuw Guinea. Toen de boot met haar spullen een paar maanden later aankwam, was het groot feest in Merauke en menig kind werd hier blij gemaakt met spulletjes uit Nederland.
Jan Verschueren
Jan Verschueren (Oosterhout, 22 augustus 1905 – Jakarta, 28 juli 1970) was een Missionaris van het Heilig Hart aan de zuidkust van het voormalige Nederlands-Nieuw-Guinea.
Als jonge priester ging Verschueren naar de zuidkust van Nieuw-Guinea, met als standplaats Merauke. Hij zou er negenendertig jaar blijven, waardoor hij een grote kennis opbouwde van de plaatselijke papoeagroepen, de Marind-anim en de Yéi-nan, die niet lang voor zijn komst berucht waren als koppensnellers en nog maar moeilijk tot het christendom waren te brengen. Het bestuderen van de dialecten en plaatselijke culturen was bijna een traditie geworden onder de missionarissen die in het zuiden van Nieuw-Guinea werkten. Jan Verschueren overleed op 64-jarige leeftijd tijdens een verblijf in Jakarta. Source Wikepedia |
Cees Meuwse
Cornelis (‘Cees’) Josephus Johannes Maria Meuwese (Tilburg, 23 november 1906 – Tilburg, 26 november 1978) was een missionaris van het Heilig Hart in Nederlands-Nieuw-Guinea.
Meuwese werd op 10 augustus 1933 tot priester gewijd en vertrok in 1934 als missionaris van het H. Hart naar Nieuw-Guinea. Na tweeënhalf jaar in Babo aan de westelijke kust werkzaam te zijn geweest, werd hij in 1937 benoemd in het nog vrijwel onbekende stroomgebied van de rivier de Mappi, destijds woongebied van oorlogszuchtige bevolkingsgroepen als de Muyu. Zijn standplaatsen waren de plaatsen Tanahmera en Kepi. Van hieruit maakte hij verschillende verkenningstochten langs de kust en in het binnenland.Pater Meuwese werkte 24 jaar onder de Papoea’s. Later gaf hij hierover vele lezingen en publiceerde behalve in een aantal vakbladen ook in onder andere de Katholieke Illustratie en Elseviers-weekblad. Cees Meuwese behoorde tot de groep missionarissen die van grote betekenis zijn geweest voor de kennis van culturen en dialecten van de zuidkust van Nieuw-Guinea. Source Wikepedia |
Vervolg: De aankomst in Nieuw Guinea