Terwijl Annie vertelde dat ze in Nieuw Guinea nooit heimwee heeft gehad naar Nederland, mijmerde ze dat het andersom wel het geval is geweest. Na terugkomst in Nederland verlangde ze regelmatig naar Nieuw Guinea. Ze vond daar de mensen heerlijk, ze woonde er graag, veel minder problemen, een overweldigende natuur en het was er schoon en ongerept. Gedurende de eerste jaren na haar terugkomst heeft ze vele malen filmvoorstellingen gegeven voor scholen en andere groepen.
Na haar tijd als onderwijzeres in Nieuw Guinea besloot Annie om niet meer het onderwijs in te gaan. Met haar geweldige ervaring en haar uitstekende kontakten met het textielbedrijf Gelderman, kreeg ze hier van de directeur een baan aangeboden op de personeelsafdeling als bedrijfsmaatschappelijk werkster. Ze had hiervoor geen beroepsopleiding genoten en begon dus meteen aan een 4-jarige studie aan de Sociale Academie in Hengelo. Geen geringe opgave, ze moest hiervoor een dag per week naar Hengelo en het was elke avond studeren geblazen. Ze woonde samen met haar moeder in ’t Hazelrot.
Toen haar opleiding afliep, was er ondertussen malaise gekomen in de Twentse textielindustrie. Er vielen ook bij Gelderman massa-ontslagen en er was een grote reorganisatie. Annie speelde een belangrijke rol in dit hele proces dat onder andere inhield het opzetten van een Sociale Werkplaats.
In dit hele proces werd haar baan ook overbodig en zij raakte geïnteresseerd in een nieuw initiatief dat door de Nederlandse overheid was genomen betreffende de ouderenzorg. Almelo was een van de eerste gemeenten die aan dit initiatief vorm gaf met de oprichting van de Stichting Welzijn Ouderen Almelo (SWOA). Zij werd de eerste directrice van deze nieuwe organisatie. Tijdens haar 15 jarig jubileum in 1984 nam ze afscheid van de ze organisatie en sindsdien is van haar pensioen gaan genieten.
In 1965 begon ze aan wat haar grootste hobby zou worden, fietsen. Gedurende de volgende twintig jaar maakte ze fietstochten in 20 landen, variërend van Israël, de Sinai woestijn, Noorwegen, Spanje en Portugal. Tot haar 85ste fietste ze nog steeds door het mooie Twentse land. Toen ik haar voor het eerst interviewde in oktober 2003, was deze jonge 84 jarige net terug van een fietstocht naar Ameland. Gelukkig heeft ze de proefdruk van dit boekje nog kunnen lezen, want toen ik haar voor de tweede keer interviewde in oktober 2004 was haar zicht een heel stuk minder vanwege maculadegeneratie.
Haar tuin is een andere grote hobby waar ze veel plezier aan beleeft, net zoals bridgen en regelmatig een rondje zwemmen!
Nieuw Guinea is natuurlijk altijd dicht bij haar gebleven. Iedere paar jaar organiseert de groep Nederlanders die in Tanah Merah heeft samengewerkt een reünie, de laatste voor dat dit boek werd geschreven had plaatsgevonden in 2001.
Vervolg: Het Indonesische tijdperk