Voorbereidingen voor onafhankelijkheid
In 1956 werd Nieuw Guinea een onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. Het daarop volgende jaar stelt Nederland samen met Australië een plan op dat moet leiden tot de onafhankelijkheid van Nieuw Guinea,
De grondbeginselen waren als volgt:
1. De regeringen van Nederland en Australië baseren hun beleid, betreffende het territorium Nieuw Guinea, waar ze beiden verantwoordelijk voor zijn, op de interesses en de onvervreemdbare rechten van hun inwoners conform de wetsbepalingen en de sfeer van het octrooi van de Verenigde Naties.
2. De territoria van Nederlands Nieuw Guinea, de Australische Trust Territory of New Guinea en Papua, zijn geografisch en etnisch met elkaar verbonden . De toekomstige ontwikkeling van de bevolking moet baat hebben bij de samenwerking in beleid en administratie.
3. De Australische en Nederlandse regeringen zijn daarom een beleid gaan uitzetten (en zullen dit blijven doen) dat zich richt op de politieke, economische, sociale en ontwikkelingsvooruitgang van de mensen in deze gebieden op een manier dat deze etnische en geografische affiniteit erkend wordt.
4. Tegelijkertijd zullen de twee regeringen doorgaan met en versterken van de samenwerking die bestaat tussen hun ministeries in de gebieden.
5. Hierdoor zijn de twee regeringen vastberaden om een ononderbroken ontwikkeling van dit proces te promoten. Helaas is deze positieve verklaring over deze vastberadenheid nooit getekend.
De ideeën van Nederland om Nieuw Guinea onafhankelijk te maken zagen er tientallen malen beter uit dan het rampzalige proces dat in Nederlands Indië was gevolgd. Gebaseerd op een volksraadpleging zou het land in 1970 volledig onafhankelijk worden. Dit proces werd ook gesteund door Australië en gedurende lange tijd hebben deze twee landen samengewerkt om dat doel te bereiken.
In 1961 werd de Nieuw Guinea Raad opgezet die dit onafhankelijkheids proces moest gaan bereiden en als het ware de school zou moeten worden voor de nieuwe leiders. Het land kreeg een eigen volkslied (O, My Land Papua) en een eigen vlag.
De festiviteiten rondom het volkslied en de nieuwe vlag werden ook in Tanah Merah gevierd, maar Annie registreerde duidelijk dat dit de bevolking weinig of niets interesseerde. Er was geen gevoel van nationale verbondenheid, men was nog niet klaar voor deze stap, het zelfontwikkelingsproces dat in gang was gezet, was nog maar 5-jaar jong. De feestelijkheden in Tanah Merah zijn op film vastgelegd en het laat zien dat de Nederlandse overheid kosten noch moeite heeft gespaard om er een groot feest van te maken waarbij de hele bevolking bij werd betrokken. Het sfeertje heeft veel weg van de bekende Nederlandse Koninginnedagen.
Verlof naar Nederland
Gedurende haar tijd in Nieuw Guinea is Annie slechts eenmaal op verlof naar Nederland geweest. En met een trieste reden . In juli 1959 kreeg ze het bericht dat haar vader op sterven lag en niet lang meer zou leven. Met spoed werd haar reis naar Nederland geregeld. Ze arriveerde daar net een paar dagen voor de dood van haar vader die op 8 augustus stierf.
Na zijn overlijden bleef ze een half jaar bij haar moeder in de nieuwe bungalow van haar ouders, ’t Hazelrot, dat net enkele jaren daarvoor was gebouwd.
Uiteraard werd dit bezoek ook gebruikt om de kontakten te versterken met het thuisfront. Annie stuurde elke week een rondzendbrief vanuit Nieuw Guinea, die volgens een vast patroon de familie langs ging en haar moeder schreef haar ook wekelijks een brief terug. Helaas is deze collectie zoek geraakt.
Ook werd een bezoek gebracht aan het textielbedrijf Gelderman in Oldenzaal. Haar moeder had via Mevrouw Joosten in Ootmarsum contact gelegd met dit bedrijf en sindsdien werd er regelmatig een partij kleding naar Nieuw Guinea verzonden. Annie schreef dan artikeltjes voor het personeelsblad en hierdoor werd een hechte band met dit bedrijf opgebouwd.
In Oss, waar ik woonde, werd ook hard gewerkt voor de missie van tante Annie. Ik weet me nog goed te herinneren dat ik met een paar buurjongens circusjes organiseerden waar kinderen uit de buurt voor 5 cent naar toe mochten komen, we schreven de gebeurtenis op een schoolbord om aandacht te trekken voor het goede doel. Verder verzamelden we lege flessen ,die achter in de tuin werden schoongemaakt. Vervolgens bracht ik die naar de plaatselijke glashandel Tempel en ook dat leverde weer een paar extra guldens op.
Van het geld dat we hiervoor ophaalden werden 8mm filmpjes gekocht. Annie maakte regelmatig films over haar verblijf in Nieuw Guinea en daaromheen werden dan weer filmvoorstellingen georganiseerd. Pastoor Karel Huiskamp is een keer de familie langs geweest en heeft filmpjes gemaakt van Annie’s broers en zussen en hun families. Deze filmpjes zijn een kostbare collectie geworden in onze familie!
In 2003 zijn de Nieuw Guinea filmpjes geschonken aan het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam, waar ze gearchiveerd zijn en voor het nageslacht bewaard blijven. Daarvoor in de plaats heeft Annie een aantal DVD kopieën ontvangen. Geert ten Tusscher (getrouwd met mijn zus Monique) heeft geluid toegevoegd naar aanleiding van interviews die Monique en Geert met Annie hebben gevoerd, terwijl zij naar de ‘stille’ films zitten te kijken.
Na haar verblijf in Nederland ging Annie terug naar een ’ander’ Nieuw Guinea, zoals we hieronder zullen zien.
Ik herinner me dat haar vlucht een grote indruk op mij maakte omdat ze via Anchorage, Alaska vloog. Al haar broers en zussen waren op Schiphol aanwezig om Annie uit te zwaaien.
Dreiging van oorlog
Indonesië was het helemaal niet eens met de gevormde Nieuw Guinea Raad en het onafhankelijkheidsproces. Op 20 december 1961 werden er ruim 1400 Indonesische paratroepers in Nieuw Guinea gedropt. Annie beschrijft de panieksituatie dat dit veroorzaakte zowel onder de Papoea’s als onder de Nederlanders, er was niemand die hier ook maar iets van begreep. De positieve ontwikkelingen die sinds 1956 in gang waren gezet gingen vanaf dat moment snel bergafwaarts.
In 1962 werden de meeste Nederlandse vrouwen uit Nieuw Guinea gerepatrieerd. Annie was (gelukkig) op tournee toen dit allemaal gebeurde en nam na terugkomst de beslissing om nog een half jaar te blijven.
De situatie in Nieuw Guinea dreigde op een regelrechte oorlog uit te lopen waarin ook Australië kon worden meegetrokken. Na verschillende schermutselingen tussen de Nederlandse en Indonesische marine en een aantal invallen van Indonesiërs in Nieuw Guinea werd de zaak voor de Verenigde Naties gebracht. De VN pakte de ideeën van Nederland en Australië op en werkte verder aan een oplossing gebaseerd op de wil van de Papoea’s.
Helaas raakte de zaak verwikkeld in de ‘Koude Oorlog” tussen Amerika en de Sovjet Unie. Amerika, onder het bewind van John F. Kennedy was in Vietnam bezig om de Westerse wereld te ’beschermen’ tegen het communistische gevaar. De strijd tegen het communisme vond ook plaats in Indonesië. De Sovjet Unie was bezig met een overeenkomst die Indonesië voor US$1 miljard aan wapens zou voorzien. Dit kon Amerika zich niet veroorloven
Soekarno’s chantage
Soekarno maakte daar gretig gebruik van en wisselde van kamp. Als tegenprestatie wist hij Kennedy over te halen zijn aanspraak op de annexatie van Nieuw Guinea te ondersteunen. In de ogen van Amerika was Nieuw Guinea te onbelangrijk in het grotere plaatje van de Koude Oorlog. Onder druk van Amerika ging eerst Australië overstag. Hen werd het plaatje voorgeschoteld dat een communistisch Indonesië een rechtstreekse bedreiging voor dat land zou betekenen. Snel daarna ging ook Nederland overstag.
Tegen wil en dank werd op 15 augustus 1962 West Nieuw Guinea overgedragen aan Indonesië en onder VN bestuur geplaatst (United Nations Temporary Executive Authority – UNTEA), met het doel om uiteindelijk de Papoea’s zelf te laten beslissen over hun toekomst. Onder de ‘Act of Free Choice’ (Akte van Vrije Keuze) zouden de Papoea’s in 1969 dan zelf over hun toekomst mogen beslissen.
Annie’s werk liep gedurende de UNTEA tijd gewoon door, maar men moest erg voorzichtig zijn met wat men zei. Annie had op een gegeven moment gezegd: “Dit is jullie land, zorg dat je de baas blijft’; dit werd haar kwalijk genomen door haar Keiese collega’s. Hoewel er geen al te grote paniek meer was, had men wel veel zorgen over de toekomst. De houding van Indonesië t.o.v. Nieuw Guinea was volledig anders dan de Nederlandse houding en het zag er naar uit dat de op gang gebrachte ontwikkelingen van zelfbestuur geen voortgang zouden krijgen .
Samen met Albert Yntema, een van de ‘nieuwe’ onderwijzers, die nog maar kort voor de inval was aangekomen, verliet Annie, in maart 1963 Nieuw Guinea. Na een paar dagen vakantie in Libanon kwam ze weer in Nederland terug.
Weerzien in Karachi
In Karachi overkwam haar een bijzonder toeval. Ze logeerde daar in hetzelfde hotel als op de heenweg. Toen ze in het hotel aankwam liep de eigenaar rechtstreeks op haar af en vertelde haar dat ze zeven jaar geleden ook in dat hotel was geweest en dat ze toen sliep in kamer 362.
Op 1 mei 1963 overhandigt UNTEA het bestuur aan Indonesië. Onder het verdrag zou de VN een aantal ‘experts’ in West Nieuw Guinea plaatsen, hieraan is nooit gevolg gegeven.
Vervolg: Terug in Nederland