Hoe de Heren van Aemstel in Oss terecht kwamen

De opkomst van de feodale leenheren.

Karel de Grote statue Ontvangsthal Gemeentehuis Aken – 2007

Onder Karel de Grote en zijn voorgangers werden de diverse Germaanse stammen onderworpen, en de stamhoofden en ander belangrijke strijders werden onderdanen van de Merovingische en Karolingische koningen en later de keizers. Dit leidde tot het feodale stelsel dat inhield dat deze landedelen militaire diensten moesten verlenen en daarvoor in ruil zeggenschap kregen over soms grote gebieden.

Na de ineenstorting van het Karolingische rijk was het gedaan met het eerste centrale bestuur van noordwest Europa. In de daaropvolgende 10e en 11e eeuw maakte de grote schare van landedelen gebruik van de situatie om hun eigen macht uit te breiden, het was een periode van constante oorlog. Overal verrezen kastelen en vestingen waar de plaatselijke bevolking bescherming kon vinden, vaak natuurlijk in ruil voor feodale diensten die de plattelanders aan deze heren moesten verlenen en velen werden op deze manier de lijfeigenen van de krijgsheren.

Gedurende deze woelige periode leverde de machtstrijd tussen de honderden krijgsheren een aantal belangrijke winnaars op. In onze streek waren dat de graven van Vlaanderen en de hertogen van Brabant en Gelre. Later kwamen daar de graven van Friesland (Holland) bij. Ook de bisschoppen van Utrecht en Luik vochten graag een potje mee.

Deze regionale leiders hadden natuurlijk weer een groot aantal ridders onder zich die ook weer militaire diensten moesten verlenen; de jonkers van Oss en de heren van Geffen, Megen en vooral Cuijk behoorden tot deze groep.

De moord op Floris V van Holland

Verder naar het noorden bij IJsselstein wisten de heren van Aemstel zich te vestigen. Zij kwamen niet voort uit de oude landadel, maar begonnen hun carrière als ministerialen (hogere ambtenaren) van de Bisschop van Utrecht. In het begin van de 13e eeuw hadden ze hun bezittingen verder weten uit te breiden tot wat nu Ouderkerk aan de Amstel is. Van hieruit bouwden ze een dam in de Amstel. Op die plaats zou later Amsterdam ontstaan. De heren van Amstel waren oorspronkelijk vazallen van de bisschop van Utrecht, later resideerden ze onder de graven van Holland.

De eerst bekende van Aemstel is Wolfger, hij wordt in 1105 genoemd als schout van de bisschop. Zij traceren hun geschiedenis terug tot de oude Friese adel waar ook de heilige Liudger toe behoord. Honderd jaar later duikt Gijsbrecht II op, hij was de eerste die zich Heer van Aemstel noemde. Onder zijn kleinzoon liepen de Van Aemstels over van de bisschop naar de graaf van Holland. Deze had zich ondertussen opgewerkt tot de belangrijkste regionale macht boven de grote rivieren, dit was onder andere ten koste gegaan van de macht van de bisschop. Dit ‘overlopen’ was niet geheel vrijwillig verlopen, Gijsbrecht had zich aanvankelijk verzet tegen Floris dit had hem, samen met Herman Heer van Woerden, vijf jaar gevangenisschap opgeleverd en na afloop had hij zijn bezittingen onder het leenheerschap van de Hollandse graaf moeten plaatsen.

Murder of Floris V
The moord van Floris V

In 1296, gedurende de strijd om de opvolging van de Schotse kroon maakte Gijsbrecht deel uit van een complot dat uiteindelijk leidde tot de moord op Floris V, graaf van Holland.

Floris maakte aanspraak op de troon via zijn overgrootmoeder Ada van Schotland, er waren in totaal 13 gegadigden! Vanuit motieven die onder andere samenhingen met de wolhandel, had Floris zijn alliantie met de koning van Engeland verbroken en zich verbonden met de koning van Frankrijk, een beslissing die hem uiteindelijk fataal zou worden. Gedurende de strijd om de Schotse troonsopvolging keerde de Engelse koning zich tegen Floris. Het was niet al te moeilijk voor de Engelse koning om zich te verzekeren van de steun van vooraanstaan de edelen die niet al te veel ophadden met de ambitieuze Floris. Het ligt voor de hand dat bijvoorbeeld de aangrenzende hertog Jan van Brabant en graaf Gwyde van Vlaanderen van de partij waren en als een trouwe aanhanger van de Hertog van Brabant was ook Jan I van Cuijk een belangrijke deelnemer aan het complot. Uiteraard hadden de van Amstels en de van Woerdens ook goede redenen om hieraan mee te werken.

Om een lang verhaal kort te maken: Floris werd tijdens een valkenjacht ontvoerd door Gijsbrecht van Aemstel, Herman van Woerden en Gerard van Velsen en gevangen gezet op het Muiderslot, van waaruit waarschijnlijk het plan was om Floris naar Engeland te ontvoeren. Maar het nieuws over de ontvoering verspreidde zich snel en aanhangers van Floris trokken op naar het Muiderslot. De ontvoerders trachtten te ontsnappen maar in de verwarring werd Floris vermoord door Gerard van Velzen.

De vlucht naar Brabant

Vanwege hun aandeel in het complot werden Gijsbrecht en zijn zoon Jan verbannen en ze vluchtten naar Den Bosch. Het volgend jaar trachtten ze hun goederen terug te krijgen maar dat werd geweigerd door de edelen van Holland. Vervolgens verzamelde Gijsbrecht’s zoon Jan van Aemstel een klein leger, waarmee hij Holland binnenviel, met ondersteuning van de bisschop van Utrecht. Maar deze veel te kleine strijdmacht en slecht voorbereide actie werd een grote mislukking, waarbij de bisschop sneuvelde.

Een tweede poging werd ondernomen in 1303, toen Jan van Aemstel deel uitmaakte van een grootschalige militaire actie onder aanvoering van de graaf van Vlaanderen, de hertog van Brabant en de bisschop van Utrecht tegen Jean d’Avesnes, graaf van Henegouwen, die het Graafschap Holland had geërfd. Jan maakte deel uit van de macht die Amsterdam bezette. Maar het jaar daarop voerde Jean d’Avesnes een succesvolle tegenaanval uit en Jan heeft toen voorgoed Amsterdam moeten ontvluchten. In het toneelstuk Gijsbrecht van Aemstel is Jan (misschien per ongeluk) vervangen door zijn vader Gijsbrecht.

Het toneelstuk Gijsbrecht van Aemstel

Het leven van Gijsbrecht van Aemstel is het onderwerp van een van de allerbelangrijkste Nederlandse literaire werken; een toneelstuk geschreven in 1637 door Joost van den Vondel. Het is opgezet vanuit een Amsterdamse optiek en Gijsbrecht is hier de held en Floris de verrader. Op het einde moet Gijsbrecht op tragische wijze uit Amsterdam vluchten en zegt hij vaarwel tegen zijn geliefde stad om er nooit meer terug te keren.

Jan (en Gijsbrecht?) van Aemstel mochten zich vervolgens permanent in Brabant vestigen. Gijsbert stierf in 1303.

De Van Aemstels in Oss

Jan van Cuijk

De berooide van Aemstels kregen steun van Jan van Cuijk (Kuyc); er was een familieband tussen beide families via de grootmoeder van Gijsbrecht. Jan van Cuijk werd hierin gesteund door hertog Jan II van Brabant, voor wie hij de eerste raadsheer was,  en de heer van Megen. De heren van Cuijk gaven de Van Aemstels ook landgoederen in Rosmalen, Teeffelen, Oijen (video clip) , Oss and Herpen. Rond 1330 hadden ze hier zelf ook goederen in Heeswijk en Dinther aan toegevoegd, maar 50 jaar later hadden de Van Aemstels deze bezittingen alweer verkocht, mogelijk door geldgebrek ten gevolge van de ernstige economische crisis die plaatsvond nadat hongernood en pestepidemieën onze streek hadden getroffen.

Op 5.5.1344 doet Otto van Kuijc, als arbiter, uitspraak in een geschil tussen Jan van Leefdael en Jan Gijsbrechtsz. van Amstel over goederen in het land van Herpen. [1. Van Leefdael tussenreeks,  http://www.kareldegrote.nl/Reeks38_Van_Leefdael_Tussenreeks.html]

Jan III en Willem van Aemstel worden ook als ridders vermeld gedurende de Brabantse opvolgingsstrijd in 1356/57. Jan verloor in deze oorlog vier paarden waar hij 422 ecus voor claimde. Willem is mentioned in the Bossche Protocollen  in 1367 when he sells a cijns (obligation) to Jan van Vlierden.

Langzaam maar zeker concentreerden de bezittingen van de van Aemstels zich in en rondom Oss.

Al in 1304 verwerft Jan van Amstel landgoederen in Oss van Lambert Damen, de schoonvader van de schout van Oss, Jan Scilwart. Waarschijnlijk betreft het hier de goederen ‘Lievendaal’ en “Dappaertshofstraat’.

Amstereindse Hoeve voor de verbouwing in 1975

Waarschijnlijk hadden ze ook een aanzienlijke hoeve, genaamd Buxhove op Amstel. De naam Amsteleindsestraat duidt

De Amsteleindse Hoeve na de verbouwing van 1975

waarschijnlijk de plaats van deze hoeve aan. Een aanzienlijk stuk land, waaraan de hoeve mogelijkerwijze heeft gestaan, was gelegen aan de Vranckebeemd. De huidige Frankenbeemdweg loopt iets noordelijk parallel met de Amsteleindstraat. Dit bezit wordt in 1383 voor het eerst genoemd. In 1419 wordt als de eigenaar van de hoeve genoemd Jan, zoon van Jan, zoon van heer Gerrit van Amstel.  Gerrit died before 1398 when his widow Maria van Regidem was mentiones in the Bossche Protocollen (charters of Den Bosch).

De van Aemstels bezaten ook landgoederen op Scadewyc (Schadewijk).

De laatst bekende transacties van Jan III, dateren van 1389 en 1395 en hebben betrekkingop goederen op de Calvercamp en Ter Werden in Oss. In 1391 krijgt zijn dochter Johanna het land aan de Vranckebeemd. In 1408 koopt Jans schoonzoon Gerard die Yoede een huis aan de  Heuvel voor zijn dochters Belia and Johanna. In dat document staat vermeld dat Jan toen al was overleden.

Langzaam maar zeker veranderde de status van de familie van ridders tot heerboeren. Die bekleedden gedurende de daaropvolgende eeuwen wel vooraanstaande posities in Oss als schouten en schepenen. Ook speelden ze een actieve rol in de verdediging van Oss tijdens de aanvallen van Gelre. Gedurende de Gelderse oorlogen is Oss diverse malen geplunderd en platgebrand.

We komen de van Aemstels ook tegen in de stamboom van de Jonkers van Oss. Isabella, de dochter van Heer Hugo van Aemstel, was de vrouw van de bastaardzoon van Alard van Oss, de Deken van de  St Pieter in Leuven. Hugo was ook de ontvanger van de belastingen voor de hertog van Brabant.

In de 2e helft van de 15e eeuw trouwt Kathelijn van Oss met Hendrick Jan Ghijsen en was een driekwart eigenaar van de van Aemstel eigendommen. [2. Genealogy Cor van Osch]

Tot op de dag van vandaag woont er nog steeds een aanzienlijk aantal van Amstels in en rond Oss.

 

 

Ik ben me pas bewust geworden van dit interessante verhaal over de van Aemstels n.a.v. een diepgaand onderzoek dat Theo van Amstel, een van de nazaten van dit riddergeslacht, heeft uitgevoerd. In 1999 publiceerde hij het boek De Heren van Amstel 1105 – 1378 waarvan ik een eerste proefuitgave tegenkwam in het Osse Stadsarchief tijdens mijn onderzoek naar feodale goederen in en rondom Oss.

 

De Geschiedenis van Oss